“Groen een tweede leven geven moet de norm zijn”

maandag 8 juli | Algemeen

Nathalie van Galen van Stichting Struikroven vertelt: “Als gebouwen gesloopt of gerenoveerd worden, wordt het groen erbij ook gesloopt. Maar eigenlijk is het heel onlogisch dat we telkens weer nieuwe planten aanschaffen, terwijl volwaardig groen vernietigd wordt. Vanuit die gedachte is Stichting Struikroven opgericht, met als doel om groen te redden van de sloop en elders een nieuw leven te geven.”

Volwaardig groen

Van Galen: “Normaal is nu: bij sloop of renovatie wordt groen weggehaald en later nieuw groen geplaatst. Maar wat je verwijdert, is groen dat er jarenlang over heeft gedaan om tot een bepaalde waarde te komen. Een volgroeide plant doet veel meer voor de klimaatadaptatie dan een plant die nog klein is. Een groter wortelstelsel zorgt er beter voor dat water in de bodem wordt opgenomen. Een grotere plant kan beter de lucht zuiveren. In een grotere plant kunnen meer dieren eitjes leggen of beschutting vinden. Daarnaast is inmiddels aangetoond dat groen een positief effect heeft op mensen, zowel fysiek als mentaal. En dan geldt natuurlijk ook dat een grote plant meer effect heeft dan een kleine. Als je je dat realiseert, zie je hoe erg het is om al die waarde weg te halen en dan jarenlang te wachten tot een nieuwe plant weer diezelfde waarde heeft.”

1 volwassen boom = 400 jonge bomen

“Men denkt te makkelijk: we gooien weg en kopen gewoon nieuw”, zegt ook Elwin de Vink, manager businessdevelopment duurzame leefomgeving bij Donker Groep, een van de strategische partners van Struikroven. “De ecologische waarde van vooral bomen en heesters neemt op jaarbasis exponentieel toe. Eén volwassen boom heeft dezelfde ecologische waarde als vierhonderd jonge bomen. Je raakt al die waarde kwijt als je het groen afdankt. Het is enorm belangrijk dat we dit gaan beseffen. En wat daarbij komt: nieuwe planten moeten gekweekt worden, met alle impact daarvan. Als er minder nieuwe planten nodig zijn, worden er minder kunstmest, bestrijdingsmiddelen, potgrond en water gebruikt voor de kweek.”

©Stichting Struikroven

Struikroofactie

Als Stichting Struikroven ingeschakeld wordt omdat er ergens groen gesloopt gaat worden, mobiliseren ze particulieren om de planten uit te komen graven en mee te nemen naar hun tuin. De stichting regelt logistiek en materieel zoals spades en kruiwagens. “Ook zorgen we ervoor dat er experts zijn die begeleiding en advies kunnen bieden, zodat de mensen naar huis gaan met planten die geschikt zijn voor hun tuin”, vertelt Van Galen. “Een struikroofactie is heel inclusief: iedereen, arm en rijk, kan hierdoor zijn tuin vergroenen. Een bijkomend voordeel: tijdens zo’n actie ontmoeten mensen elkaar, wat de sociale cohesie in een wijk kan versterken. En acties bieden handelingsperspectief. Veel mensen willen vergroenen, iets klimaatadaptiefs of duurzaams doen maar weten niet altijd hoe. Struikroven is een heel toegankelijke manier om een begin te maken.”

Lees ook: Screendoekresten krijgen tweede leven

Alle expertise in huis

De Vink: “Als particulier ben je natuurlijk beperkt in welk groen je mee kan nemen naar je eigen achtertuin. Bomen of grotere struiken krijg je niet zomaar uit de grond. Daarom is Donker Groen betrokken bij Struikroven. Wij kunnen de bomen en struiken komen identificeren: wat staat er, wat kunnen we ermee? Als grote, landelijke partij hebben wij alle expertise in huis om groen een tweede leven te geven, van de boomexpert die kan vaststellen wat de waarde van de bomen is en welke voorbereidingen voor beplanting nodig zijn, tot en met de ontwerpers en uitvoerders die de bomen op de juiste wijze een plek kunnen geven in een nieuw project. Met onze relaties bij bijvoorbeeld gemeenten en woningbouwverenigingen kunnen we kijken of er elders een locatie voor de bomen is.”

“Kortom, als we er op tijd bij betrokken worden, kunnen we een plan maken en een nieuwe locatie zoeken. Lukt dat laatste niet, dan kunnen de bomen eventueel tijdelijk in opslag staan in een zogenaamde ‘roverstuin’, totdat er een andere plek gevonden is. Het is zonde als oude bomen verdwijnen, want ze hebben ecologische, esthetische én financiële waarde. Hoe mooi zou het zijn als je volwassen bomen een plaats kunt geven in bijvoorbeeld een nieuwbouwwijk, in plaats van die kleine boompjes die je daar altijd ziet.”

©Stichting Struikroven

Niet blanco

Van Galen: “Het is belangrijk dat ontwerpers de gewoonte afleren om uit te gaan van braakliggende grond. Bij een ontwerp gaat men veelal uit van een blanco vel, terwijl er in werkelijkheid al van alles staat. Ga er kijken en neem het bestaande groen als uitgangspunt.” De Vink vult aan: “Dat doen mensen niet graag, want het kost geld en gedoe. Maar dat is het waard, niet alleen voor het groen maar ook voor de hovenier. Vroeger vermeerderde de hovenier planten door te scheuren. Dat vergt veel kennis en kunde. Nu koopt men vaak nieuwe plantjes, die de hovenier in de grond zet zonder altijd goed te weten wát hij eigenlijk plant. Wat doet zo’n plant bijvoorbeeld voor de lokale biodiversiteit? Het vak wordt zoveel interessanter als je meer expertise hebt.”

Werken aan systeemverandering

Naast Donker Groep hebben meer partijen een strategisch partnerschap getekend met Stichting Struikroven: Heijmans, Vesteda, BAM Wonen, ERA Contour, Dura Vermeer en MeerBomenNu (onderdeel van Urgenda). De Vink: “Het moet de standaard worden om groen niet weg te gooien, maar er experts bij te halen die beoordelen hoe het groen een tweede leven kan krijgen. Om dat te bereiken moeten de grote partijen als Dura Vermeer en BAM dit in hun processen opnemen. Dat is nog best lastig want het betekent aanpassing van bestaand gedrag en processen. Daarom is het zo belangrijk dat zij actief betrokken zijn.”

Van Galen: “Iedereen is het erover eens dat dit de manier is waarop het zou moeten, maar het gebeurt nog onvoldoende. We roepen gemeentes, woningcorporaties en bouwbedrijven op om ons te tippen als er projecten op komst zijn, zodat we actie kunnen ondernemen. We werken aan een systeemverandering. Ons doel is dat we onszelf op den duur kunnen opheffen, omdat deze manier van werken de standaard is geworden bij sloop en renovatie.”

Tekst: Nolanda Klunder

Kant-en-klaar

In 2001 bracht Mobilane de Kant & Klaar Haag op de markt. Kieboom: “Je moet je realiseren dat dit idee best een investering vergt, want de hagen staan anderhalf à twee jaar in de kas. Maar juist dat de haag zo lang in de kas blijft en vervolgens kant-en-klaar geplaatst wordt, biedt enorme voordelen: de klant heeft meteen het gewenste resultaat en de plant is groter en daarmee sterker.” Het idee sloeg aan: het Nederlandse bedrijf is nu wereldwijd de grootste in kant-en-klare hagen, exporteert de hagen door heel Europa en heeft een eigen kwekerij in Canada voor levering aan Canada en Amerika. Maar ook hier staat de innovatie niet stil. “We hebben nu een nieuwe haag, de ecohaag, samengesteld uit zeven inheemse planten. Dat kan je innovatie noemen, maar het gebruik van inheemse soorten is eigenlijk een terugkeer naar hoe het altijd was. We kozen voor zeven soorten in één haag, want de variatie maakt het geheel sterker en zorgt voor een gevarieerd beeld door het jaar heen, met bloei, bes en bloem.”

Groene gevels

De Kant & Klaar Haag was het begin van veel meer: “We werden vanwege onze haag benaderd door een architect die een groene gevel zocht voor een buitenlandse klant. Wij vonden dat zo’n boeiende vraag dat we aan de slag zijn gegaan en een heel nieuw systeem hebben ontwikkeld. Zo kwam onze eerste groene gevel tegen een parkeergarage in Monaco. Dat systeem hebben we in de jaren daarna helemaal doorontwikkeld.” Het gaat hierbij om een modulair systeem, waarbij er cassettes van 40×40 cm aan de gevel worden bevestigd, met aan de voorzijde daarvan sleuven waar de planten in gaan. Kieboom: “Wat het systeem uniek maakt, is dat er in de cassettes doek ligt. Dat doek is door een irrigatiesysteem altijd nat. De plant krijgt water via capillaire werking: hij zuigt het water uit die doek. Dat klinkt makkelijk en dat is het ook, maar je moet het wel verzinnen en ontwikkelen. Vroeger zat het irrigatiesysteem aangesloten op de waterleiding, maar we gebruiken steeds vaker regenwater. Daarvoor werken we met wateropvang op het dak of met tanks onder de grond. Dat laatste doen we vooral bij nieuwbouwprojecten, zodat de tanks vanaf het begin in de plannen meegenomen kunnen worden.” Na de kant-en-klare haag en de groene gevels kwamen ook de groene daken en groene binnenwanden. “We vinden het een mooie uitdaging om steeds nieuwe en betere oplossingen te vinden. De gevels, wanden en daken exporteren we wereldwijd als systeem, maar vaak zonder het groen. De planten worden er door onze lokale contacten aan toegevoegd.”

Meedenken

“We staan als maatschappij voor urgente uitdagingen zoals biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en de leefbaarheid van steden”, zegt Kieboom. “Om impact te kunnen maken, zoeken wij als leverancier samenwerkingen met overheden, gemeentes en architecten. We denken graag mee met architecten: is hun plan realistisch? Kunnen we hierbij een lange levensduur van het groen realiseren? Bij groene gevels en daken is er het risico dat het een eenmalige investering is en er niet is nagedacht over het onderhoud. Gelukkig zie je dat het onderhoud steeds vaker wordt meegenomen in de planning. Sowieso is het een trend om meer oog te hebben voor het groen bij een bouwproject. We worden vaker al in een vroege fase bij bouwplannen betrokken. Dat is belangrijk, want als we aan de bouwtafel meepraten, kunnen we tijdig adviseren om bij een groene gevel de tanks voor regenwater en een technische ruimte voor het irrigatiesysteem in het ontwerp op te nemen. En we wijzen op het belang van een goed onderhoudsplan, zodat het groen blijvend is.”

Duitse awards

Onlangs won Mobilane twee BuGG-awards. De Duitse Federale Vereniging voor Groene Gebouwen (Bundesverband GebäudeGrün, BuGG) reikt elk jaar prijzen uit voor de beste groene buitengevel, groene binnenwand en groen dak. Voor het eerst won één partij daarbij twee van de drie awards: Mobilane werd met zijn Duitse partner Gefässerie eerste in de twee categorieën buitengevel en binnenwand (en tweede in de categorie dak). “Bij de binnenwand ging het om de wand van Timberjacks in Keulen. Van deze restaurantketen hebben we meerdere vestigingen vergroend. De samenwerking met Gefässerie hield hier in dat wij het systeem helemaal op maat leverden en zij het plaatsten en onderhouden. Het mooie aan het systeem is dat het heel slank en lichtgewicht is, en dat er geen water wordt verspild. Een stuk van de doek in de cassettes hangt in een goot. De goten hebben een sensor die ervoor zorgt dat het water wordt aangevuld zodra het nodig is. Zo heb je precies genoeg water en verspil je niets.” De BuGG-award voor beste groene gevel was voor de groene gevels van het nieuwe bedrijfsgebouw van Gefässerie in Fuchsstadt. Alle vier de gevels en het dak zijn voorzien van groen, waarbij de geveloriëntatie de plantkeuze bepaalde. “Voor ons zijn de BuGG-awards een bevestiging dat we op de goede weg zijn, met samenwerkingen met goede partners en altijd onze vier pijlers als uitgangspunt”, zegt Kieboom. Wat groene gevels zoals die in Fuchsstadt bijdragen aan de biodiversiteit, wordt gemonitord. Onderzoeksbureau SGS heeft een methode ontwikkeld om de biodiversiteit van groene gevels te meten. De exclusieve rechten om die meetmethode in Europa toe te passen, liggen bij Mobilane.

Bushokjes voor biodiversiteit

Mobilane was in 2019 wereldnieuws toen het bedrijf de bushokjes in Utrecht voorzag van groene daken. “Daarmee haalden we de pers tot in China en India aan toe”, vertelt Kieboom. “Een Amerikaanse journalist noemde de bushokjes ‘bee-stop’ in plaats van ‘bus stop’. Wij vroegen ons af of dat niet te sterk gezegd was, want sedum trekt niet de meeste insecten aan. Maar uit onderzoek is inmiddels gebleken dat er een enorme toename is in biodiversiteit rondom groene bushokjes, vooral die in een sterk verstedelijkte omgeving zoals Neude en het Janskerkhof. Dus ook al is iets een klein oppervlak, het heeft absoluut waarde.”