Bodemdieren: cruciaal voor de tuin

dinsdag 10 december | Algemeen

Vorige maand waren voor de tiende keer de Bodemdierendagen: ruim twee weken waarin er extra aandacht voor het bodemleven wordt gevraagd, georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) samen met Wageningen University & Research (WUR). Gerard Korthals, bodemecoloog aan de WUR en een van de initiatiefnemers van de Bodemdierendagen, vertelt: “Het meeste bodemleven is onzichtbaar, zoals bacteriën, schimmels en aaltjes. Daardoor weten veel mensen niet hoe belangrijk bodemdieren zijn voor een gezond evenwicht. Dus toen de Verenigde Naties 2015 uitriepen tot Jaar van de Bodem, besloten wij bodemecologen om dat aan te grijpen om ons werkveld bekender te maken. We kozen tien zichtbare soorten bodemdieren en ontwikkelden een zoekkaart, waarmee iedereen in zijn eigen omgeving op zoek kan gaan.”

Tien bekende soorten

De zoekkaart gaat over tien veel voorkomende bodemdieren: slak, naaktslak, spin, regenworm, mier, pissebed, kever, duizendpoot, miljoenpoot en mol. Deelnemers wordt gevraagd om gedurende een tijdsblok van een kwartier, een half uur of langer op een bepaalde manier te zoeken. Korthals: “De eerste stap is om gewoon rond te kijken. Zo zie je al diverse dieren, zoals slakken. Als tweede stap ga je op je knieën door de tuin en kijk je onder planten, onder plantenbakken en bij de composthoop. Als derde stap neem je een schepje en kijk je wat er ín de grond zit, zoals wormen.”  

Via de bijbehorende website kunnen mensen insturen welke groepen bodemdieren ze hebben gezien, en hoeveel exemplaren per groep. De score leidt ook tot een cijfer voor de tuin. “Op de website geven we tips voor wie zijn tuincijfer wil verhogen, zoals: ruim bladeren in het najaar niet op. Je kunt ze wel van het gazon weghalen, maar gooi ze dan in je border. Zo help je de bodemdieren om te overwinteren. Een voor de hand liggende tip is natuurlijk ook: betegel de tuin zo min mogelijk.” Meedoen biedt voordelen, zegt Korthals. “Afgezien van het feit dat het gewoon leuk is om eens te zien wat er allemaal leeft, is het ook een laagdrempelige en goedkope manier voor particulieren, boeren en hoveniers om te zien hoe het met hun bodem gesteld is. Verander je iets aan je bodembeheer, dan kan je het jaar daarop zien of er ook iets is veranderd aan het bodemleven.”

Nuttige dieren

“Met de Bodemdierendagen vragen we aandacht voor de bodemdieren, omdat zij zo nuttig zijn. De graafactiviteiten van wormen maken de bodem luchtig, waardoor je minder wateroverlast in je tuin hebt. De structuur van de grond kan door wormen zelfs zo goed worden dat spitten overbodig is. Schimmels brengen nutriënten en vocht naar planten en helpen zo de tuin door droge periodes heen. Pissebedden zorgen er dan weer voor dat de schimmels niet gaan overheersen. En slakken hebben misschien de reputatie dat ze schadelijk voor de planten zijn, maar de meeste soorten eten alleen gevallen bladeren. Daarmee helpen ze dus om bladafval te verteren, zodat de bodem niet verstikt raakt. Alle soorten bodemdieren vormen daarbij het voedsel voor een dier hoger in de voedselketen. Met meer bodemdieren komen er vanzelf meer vogels in de tuin. Zoals mensen hun beplanting kiezen om meer vlinders in de tuin te krijgen, kan je ook het bodemleven stimuleren om meer vogels te krijgen.”

Grote verschillen

De bodemdierendagen waren dit jaar van 20 september tot en met 7 oktober, maar ook de rest van het jaar kunnen mensen hun bevindingen insturen via de website. Wat gebeurt er met de resultaten van de inzendingen? Korthals: “Elk jaar maken we de uitkomsten bekend op 5 december: die dag heeft de FAO van de Verenigde Naties uitgeroepen tot jaarlijkse Wereldbodemdag. De ingezonden cijfers vertellen ons als onderzoekers iets over hoe het gaat met de Nederlandse tuinen. De inzendingen zijn echter zo gevarieerd, dat we nog geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken kunnen doen over meerjarige trends in het Nederlandse bodemleven.”

”Wat we wel al zien, is dat er grote verschillen zijn in bodemleven tussen de verschillende tuintypes. Een grotendeels betegelde tuin heeft veel minder bodemleven dan een groene tuin. Een daktuin heeft minder bodemleven dan een tuin op het maaiveld, vanwege de dunne laag substraat. Maar een daktuin heeft wel degelijk bodemleven. Die dieren zijn meegekomen met de beplanting, er zelf op geklommen of meegelift met vogelpootjes. De dunne laag substraat op een groendak kan maar weinig vocht vasthouden, waardoor het bodemleven op een dak meer last heeft van periodes van droogte. Na een natte zomer als dit jaar verwachten we bij de inzendingen meer wormen in daktuinen.”

Cruciaal voor de tuin

Voor particuliere tuineigenaren en groenprofessionals is kennis van het bodemleven van groot belang, benadrukt Korthals. “Het is belangrijk om te beseffen dat er in elke tuin veel bodemdieren leven en dat zij cruciaal zijn voor de tuin in zijn geheel. Hoveniers weten vaak veel over de chemie en de structuur van de bodem. Dat leren ze op hun opleiding, omdat je deze aspecten kunt bijsturen door bijvoorbeeld mest of kalk toe te voegen. Over de dieren die helpen om de bodem gezond te houden, leren ze veel minder. Dat is jammer, want een gezonde bodem is een combinatie van chemie, fysica én biologie.”


Tien tips voor een gezond bodemleven

1. Plaats weinig tegels en kunstgras.

2. Hou de bodem bedekt met planten.

3. Snoei niet in het najaar maar in de lente.

4. Spit niet en schoffel alleen oppervlakkig.

5. Laat bladeren liggen.

6. Creëer beschutte plekken met oude takken of stenen.

7. Creëer diversiteit met verschillende bodemsoorten.

8. Gebruik weinig mest.

9. Kies voor inheemse planten.

10. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen.


Tekst: Nolanda Klunder

Kant-en-klaar

In 2001 bracht Mobilane de Kant & Klaar Haag op de markt. Kieboom: “Je moet je realiseren dat dit idee best een investering vergt, want de hagen staan anderhalf à twee jaar in de kas. Maar juist dat de haag zo lang in de kas blijft en vervolgens kant-en-klaar geplaatst wordt, biedt enorme voordelen: de klant heeft meteen het gewenste resultaat en de plant is groter en daarmee sterker.” Het idee sloeg aan: het Nederlandse bedrijf is nu wereldwijd de grootste in kant-en-klare hagen, exporteert de hagen door heel Europa en heeft een eigen kwekerij in Canada voor levering aan Canada en Amerika. Maar ook hier staat de innovatie niet stil. “We hebben nu een nieuwe haag, de ecohaag, samengesteld uit zeven inheemse planten. Dat kan je innovatie noemen, maar het gebruik van inheemse soorten is eigenlijk een terugkeer naar hoe het altijd was. We kozen voor zeven soorten in één haag, want de variatie maakt het geheel sterker en zorgt voor een gevarieerd beeld door het jaar heen, met bloei, bes en bloem.”

Groene gevels

De Kant & Klaar Haag was het begin van veel meer: “We werden vanwege onze haag benaderd door een architect die een groene gevel zocht voor een buitenlandse klant. Wij vonden dat zo’n boeiende vraag dat we aan de slag zijn gegaan en een heel nieuw systeem hebben ontwikkeld. Zo kwam onze eerste groene gevel tegen een parkeergarage in Monaco. Dat systeem hebben we in de jaren daarna helemaal doorontwikkeld.” Het gaat hierbij om een modulair systeem, waarbij er cassettes van 40×40 cm aan de gevel worden bevestigd, met aan de voorzijde daarvan sleuven waar de planten in gaan. Kieboom: “Wat het systeem uniek maakt, is dat er in de cassettes doek ligt. Dat doek is door een irrigatiesysteem altijd nat. De plant krijgt water via capillaire werking: hij zuigt het water uit die doek. Dat klinkt makkelijk en dat is het ook, maar je moet het wel verzinnen en ontwikkelen. Vroeger zat het irrigatiesysteem aangesloten op de waterleiding, maar we gebruiken steeds vaker regenwater. Daarvoor werken we met wateropvang op het dak of met tanks onder de grond. Dat laatste doen we vooral bij nieuwbouwprojecten, zodat de tanks vanaf het begin in de plannen meegenomen kunnen worden.” Na de kant-en-klare haag en de groene gevels kwamen ook de groene daken en groene binnenwanden. “We vinden het een mooie uitdaging om steeds nieuwe en betere oplossingen te vinden. De gevels, wanden en daken exporteren we wereldwijd als systeem, maar vaak zonder het groen. De planten worden er door onze lokale contacten aan toegevoegd.”

Meedenken

“We staan als maatschappij voor urgente uitdagingen zoals biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en de leefbaarheid van steden”, zegt Kieboom. “Om impact te kunnen maken, zoeken wij als leverancier samenwerkingen met overheden, gemeentes en architecten. We denken graag mee met architecten: is hun plan realistisch? Kunnen we hierbij een lange levensduur van het groen realiseren? Bij groene gevels en daken is er het risico dat het een eenmalige investering is en er niet is nagedacht over het onderhoud. Gelukkig zie je dat het onderhoud steeds vaker wordt meegenomen in de planning. Sowieso is het een trend om meer oog te hebben voor het groen bij een bouwproject. We worden vaker al in een vroege fase bij bouwplannen betrokken. Dat is belangrijk, want als we aan de bouwtafel meepraten, kunnen we tijdig adviseren om bij een groene gevel de tanks voor regenwater en een technische ruimte voor het irrigatiesysteem in het ontwerp op te nemen. En we wijzen op het belang van een goed onderhoudsplan, zodat het groen blijvend is.”

Duitse awards

Onlangs won Mobilane twee BuGG-awards. De Duitse Federale Vereniging voor Groene Gebouwen (Bundesverband GebäudeGrün, BuGG) reikt elk jaar prijzen uit voor de beste groene buitengevel, groene binnenwand en groen dak. Voor het eerst won één partij daarbij twee van de drie awards: Mobilane werd met zijn Duitse partner Gefässerie eerste in de twee categorieën buitengevel en binnenwand (en tweede in de categorie dak). “Bij de binnenwand ging het om de wand van Timberjacks in Keulen. Van deze restaurantketen hebben we meerdere vestigingen vergroend. De samenwerking met Gefässerie hield hier in dat wij het systeem helemaal op maat leverden en zij het plaatsten en onderhouden. Het mooie aan het systeem is dat het heel slank en lichtgewicht is, en dat er geen water wordt verspild. Een stuk van de doek in de cassettes hangt in een goot. De goten hebben een sensor die ervoor zorgt dat het water wordt aangevuld zodra het nodig is. Zo heb je precies genoeg water en verspil je niets.” De BuGG-award voor beste groene gevel was voor de groene gevels van het nieuwe bedrijfsgebouw van Gefässerie in Fuchsstadt. Alle vier de gevels en het dak zijn voorzien van groen, waarbij de geveloriëntatie de plantkeuze bepaalde. “Voor ons zijn de BuGG-awards een bevestiging dat we op de goede weg zijn, met samenwerkingen met goede partners en altijd onze vier pijlers als uitgangspunt”, zegt Kieboom. Wat groene gevels zoals die in Fuchsstadt bijdragen aan de biodiversiteit, wordt gemonitord. Onderzoeksbureau SGS heeft een methode ontwikkeld om de biodiversiteit van groene gevels te meten. De exclusieve rechten om die meetmethode in Europa toe te passen, liggen bij Mobilane.

Bushokjes voor biodiversiteit

Mobilane was in 2019 wereldnieuws toen het bedrijf de bushokjes in Utrecht voorzag van groene daken. “Daarmee haalden we de pers tot in China en India aan toe”, vertelt Kieboom. “Een Amerikaanse journalist noemde de bushokjes ‘bee-stop’ in plaats van ‘bus stop’. Wij vroegen ons af of dat niet te sterk gezegd was, want sedum trekt niet de meeste insecten aan. Maar uit onderzoek is inmiddels gebleken dat er een enorme toename is in biodiversiteit rondom groene bushokjes, vooral die in een sterk verstedelijkte omgeving zoals Neude en het Janskerkhof. Dus ook al is iets een klein oppervlak, het heeft absoluut waarde.”