Groots Groenevent laat zien dat vergroenen niet moeilijk is

vrijdag 3 mei | Beurs

‘De orchidee is de nummer 1 kamerplant in Nederland’, zegt Claudia Broch, marketingspecialist van promotieorganisatie Orchidee Nederland. Ze is de tweede spreker op het Groots Groenevent, het voor interieurontwerpers door BNS Crisp georganiseerd event, en vertelt uitgebreid over de bloem.

De populariteit van de orchidee klinkt logisch, als ze verder spreekt. ‘De orchidee is lang houdbaar, als is dat niet altijd goed bekend bij consumenten. Daarnaast is de plant ook makkelijk in verzorging. Hoe kijkt een consument naar de orchidee? Dan gebruiken ze woorden als prachtig, bloeit lang, vrolijk, sierlijk.’

Liefst 55 orchideekwekers telt Nederland, die ruim 100 miljoen orchideeën per jaar telen. The Orchid Growers in Wateringen moet met jaarlijks 11,5 miljoen planten minimaal een van de grootste daarvan zijn. Orchidee Nederland verzorgt de promotie van deze sector, nationaal en internationaal.

‘Met onze informatie richten we ons heel erg op de verzorgingstips met video’s, gidsen en verzorgingsfotografie. We hebben een campagne waarin we de lange houdbaarheid en het gemak in de verzorging benadrukken’, zegt Broch. Internationaal helpt het de plant in de spotlights te zetten. ‘We zoeken in evenementen een koppeling met design. Een mooi voorbeeld daarvan is onze deelname aan Masterly in Milaan, waar we al een aantal jaar aan deelnemen. We kijken heel goed hoe we aansluiten op de designers daar.’

Trends

Tegen dat decor openen trendwatcher Aafje Nijman en floral masterdesigner Geert Maas eerder al het event met hun lezing over de Groenbranche Trends 2024. Ze wijzen erop dat de huidige tijdsgeest goed is samen te vatten met één woord: crisis. ‘Maar crisis betekent ook de mogelijkheid om dingen te veranderen. En juist daar zitten de oplossingen’, zegt Nijman positief.

Dat uit zich in de stijltrend Meaningful Earth. Meer en meer beseffen we dat biodiversiteit en circulariteit in de natuur onmisbaar zijn. ‘Aarde wordt als een symbool voor vruchtbaarheid’, zegt Nijman. ‘Er ontstaat een enigszins ruwe en ruige omgeving waarin bruintinten de hoofdrol hebben. Materialen zijn natuurlijk en in meer of mindere mate ruw. Er is een fascinatie voor alles wat in de aarde te vinden is, zoals aardlagen, verschillende kleuren zand of mineralen en stenen.’

Die trend – met kernwoorden als natuurlijk, mystiek, aards, verwilderd – uit zich in het gebruik van natuurlijke en grove materialen. Denk aan kokos, klei, onregelmatig glas of opnieuw mineralen en stenen. De kleurkaart bestaat hoofdzakelijk uit bruintinten en bij bloemen uit kleuren als lichtgeel en zalmtinten gecombineerd met donker- en grijsgroen.

Planten hebben bovendien dezelfde robuuste en ongecultiveerde uitstraling als de rest van de trend. Voor bolproducten betekent dit bijvoorbeeld dat de ruwe bol nog steeds getoond mag worden. En in een glazen bak mogen verschillende gekleurde zandlagen getoond worden.

Aan de andere kant, zo vertelt Maas, vindt ook hervorming plaats. ‘Experimenteren en alles vanuit een ander perspectief bekijken hoort hierbij. ‘Dit geldt ook voor vormgeving. Zo ontstaat een binnenruimte vol speelse oplossingen en constructieve grapjes Kleur is hierbij een onmisbaar onderdeel. De kernwoorden zijn vrolijk, kleurrijk, speels en creatief.’

Dat uit zich in verschillende vormen van accessoires, die een verrassende andere kijk op het product geven. Materialen zijn daarbij minder van belang, maar het kleurpalet weer des te meer. Dit is enorm divers en uitbundig en de verschillende kleuren kunnen volop worden gecombineerd. De kleuren kunnen fel zijn of juist pastel en worden vaak gecombineerd et zilver en lichtgrijs.

Die kleuren komen terug in het bloemgebruik, zoals Maas ook laat zien op de bedrijvenmarkt. Als basisvorm voor de bloemstukken wordt vooral een cirkel of bol gebruikt. Daarentegen zorgen hangplanten weer voor een verrassend contrast op de bloemstukken die in potten of wanddecoraties terug te vinden zijn.Biofiel design

Een andere onmiskenbare trend is dat groen steeds meer een onderdeel van het interieur worden, zowel zakelijk als residentieel. Philip van Traa, mede-oprichter van Leaf – afkorting van Let’s Expend A Forest – laat dat duidelijk zien in zijn lezing. Hij toont vele voorbeelden van bedrijven die hij in de afgelopen jaren heeft voorzien van binnengroen, van Booking tot Netflix.

‘We hebben planten om ons heen nodig, het groen zit ons in het dna’, legt hij uit. Hij richtte daarvoor met Van Tol Metaal het bedrijf Leaf op om groen eenvoudiger te kunnen toepassen. Leaf maakt daarvoor bassins van 30 tot 40 cm diep die kant en klaar zijn voor gebruik; irrigatie, voeding en grond kunnen daarin zo worden toegepast.

De bassins kunnen in roomdividers worden geplaatst, opgehangen aan het plafond of aan een muur worden bevestigd. ‘Binnentuinen zijn fantastisch om te doen. We kunnen de bassins in een aantal vormen aanleveren, waardoor je groen zo binnen kan halen.’

Groene vingers niet nodig

Op de bedrijvenmarkt biedt Dave Janssen van Mobilane een vergelijkbaar product aan – je hebt echt niet meer zo’n groene vingers nodig om daarvan zelf ook een succes te maken. ‘Al langere tijd zien we dat mensen de natuur naar binnen halen met meer potten in huis en ook groene wanden.’

Ook Janssen wijst op het belang van groen, diverse studies van bijvoorbeeld de universiteit van Wageningen bewijzen dat. Voldoende groen op kantoor zorgt ervoor dat het aantal dagen ziekteverzuim per medewerker gemiddeld met anderhalve dag afneemt. ‘Nu groen in de zakelijke markt bekend is, zoals een groene wand, zie je dat het daardoor ook bekender wordt bij consumenten. Ze zien dat en willen dat thuis ook hebben.’

Air So Pure benadrukt het goede van planten. Onder die naam zijn veertien kwekers verenigd die op hun luchtzuiverende kwaliteiten planten promoten. ‘De bedoeling is dit als concept naar buiten te brengen’, vertelt Arno Sanders, ‘om daarmee de luchtzuivering en het well being in de werk- en leefruimte te benadrukken, als een extra toegevoegde waarde van de klant.’

Hij ziet dat sinds mensen door corona noodgedwongen vaker thuis zaten zij de behoefte hebben hun huis te vergroenen. ‘Ook bij de jongere generatie zie je de behoefte om de natuur naar binnen te halen. We hopen dat mensen planten als een meubelstuk gaan zien, een verlengstuk van het interieur.’

 

Beeld: Corinne Ponsen (Creatieve Fotomissies)

Kant-en-klaar

In 2001 bracht Mobilane de Kant & Klaar Haag op de markt. Kieboom: “Je moet je realiseren dat dit idee best een investering vergt, want de hagen staan anderhalf à twee jaar in de kas. Maar juist dat de haag zo lang in de kas blijft en vervolgens kant-en-klaar geplaatst wordt, biedt enorme voordelen: de klant heeft meteen het gewenste resultaat en de plant is groter en daarmee sterker.” Het idee sloeg aan: het Nederlandse bedrijf is nu wereldwijd de grootste in kant-en-klare hagen, exporteert de hagen door heel Europa en heeft een eigen kwekerij in Canada voor levering aan Canada en Amerika. Maar ook hier staat de innovatie niet stil. “We hebben nu een nieuwe haag, de ecohaag, samengesteld uit zeven inheemse planten. Dat kan je innovatie noemen, maar het gebruik van inheemse soorten is eigenlijk een terugkeer naar hoe het altijd was. We kozen voor zeven soorten in één haag, want de variatie maakt het geheel sterker en zorgt voor een gevarieerd beeld door het jaar heen, met bloei, bes en bloem.”

Groene gevels

De Kant & Klaar Haag was het begin van veel meer: “We werden vanwege onze haag benaderd door een architect die een groene gevel zocht voor een buitenlandse klant. Wij vonden dat zo’n boeiende vraag dat we aan de slag zijn gegaan en een heel nieuw systeem hebben ontwikkeld. Zo kwam onze eerste groene gevel tegen een parkeergarage in Monaco. Dat systeem hebben we in de jaren daarna helemaal doorontwikkeld.” Het gaat hierbij om een modulair systeem, waarbij er cassettes van 40×40 cm aan de gevel worden bevestigd, met aan de voorzijde daarvan sleuven waar de planten in gaan. Kieboom: “Wat het systeem uniek maakt, is dat er in de cassettes doek ligt. Dat doek is door een irrigatiesysteem altijd nat. De plant krijgt water via capillaire werking: hij zuigt het water uit die doek. Dat klinkt makkelijk en dat is het ook, maar je moet het wel verzinnen en ontwikkelen. Vroeger zat het irrigatiesysteem aangesloten op de waterleiding, maar we gebruiken steeds vaker regenwater. Daarvoor werken we met wateropvang op het dak of met tanks onder de grond. Dat laatste doen we vooral bij nieuwbouwprojecten, zodat de tanks vanaf het begin in de plannen meegenomen kunnen worden.” Na de kant-en-klare haag en de groene gevels kwamen ook de groene daken en groene binnenwanden. “We vinden het een mooie uitdaging om steeds nieuwe en betere oplossingen te vinden. De gevels, wanden en daken exporteren we wereldwijd als systeem, maar vaak zonder het groen. De planten worden er door onze lokale contacten aan toegevoegd.”

Meedenken

“We staan als maatschappij voor urgente uitdagingen zoals biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en de leefbaarheid van steden”, zegt Kieboom. “Om impact te kunnen maken, zoeken wij als leverancier samenwerkingen met overheden, gemeentes en architecten. We denken graag mee met architecten: is hun plan realistisch? Kunnen we hierbij een lange levensduur van het groen realiseren? Bij groene gevels en daken is er het risico dat het een eenmalige investering is en er niet is nagedacht over het onderhoud. Gelukkig zie je dat het onderhoud steeds vaker wordt meegenomen in de planning. Sowieso is het een trend om meer oog te hebben voor het groen bij een bouwproject. We worden vaker al in een vroege fase bij bouwplannen betrokken. Dat is belangrijk, want als we aan de bouwtafel meepraten, kunnen we tijdig adviseren om bij een groene gevel de tanks voor regenwater en een technische ruimte voor het irrigatiesysteem in het ontwerp op te nemen. En we wijzen op het belang van een goed onderhoudsplan, zodat het groen blijvend is.”

Duitse awards

Onlangs won Mobilane twee BuGG-awards. De Duitse Federale Vereniging voor Groene Gebouwen (Bundesverband GebäudeGrün, BuGG) reikt elk jaar prijzen uit voor de beste groene buitengevel, groene binnenwand en groen dak. Voor het eerst won één partij daarbij twee van de drie awards: Mobilane werd met zijn Duitse partner Gefässerie eerste in de twee categorieën buitengevel en binnenwand (en tweede in de categorie dak). “Bij de binnenwand ging het om de wand van Timberjacks in Keulen. Van deze restaurantketen hebben we meerdere vestigingen vergroend. De samenwerking met Gefässerie hield hier in dat wij het systeem helemaal op maat leverden en zij het plaatsten en onderhouden. Het mooie aan het systeem is dat het heel slank en lichtgewicht is, en dat er geen water wordt verspild. Een stuk van de doek in de cassettes hangt in een goot. De goten hebben een sensor die ervoor zorgt dat het water wordt aangevuld zodra het nodig is. Zo heb je precies genoeg water en verspil je niets.” De BuGG-award voor beste groene gevel was voor de groene gevels van het nieuwe bedrijfsgebouw van Gefässerie in Fuchsstadt. Alle vier de gevels en het dak zijn voorzien van groen, waarbij de geveloriëntatie de plantkeuze bepaalde. “Voor ons zijn de BuGG-awards een bevestiging dat we op de goede weg zijn, met samenwerkingen met goede partners en altijd onze vier pijlers als uitgangspunt”, zegt Kieboom. Wat groene gevels zoals die in Fuchsstadt bijdragen aan de biodiversiteit, wordt gemonitord. Onderzoeksbureau SGS heeft een methode ontwikkeld om de biodiversiteit van groene gevels te meten. De exclusieve rechten om die meetmethode in Europa toe te passen, liggen bij Mobilane.

Bushokjes voor biodiversiteit

Mobilane was in 2019 wereldnieuws toen het bedrijf de bushokjes in Utrecht voorzag van groene daken. “Daarmee haalden we de pers tot in China en India aan toe”, vertelt Kieboom. “Een Amerikaanse journalist noemde de bushokjes ‘bee-stop’ in plaats van ‘bus stop’. Wij vroegen ons af of dat niet te sterk gezegd was, want sedum trekt niet de meeste insecten aan. Maar uit onderzoek is inmiddels gebleken dat er een enorme toename is in biodiversiteit rondom groene bushokjes, vooral die in een sterk verstedelijkte omgeving zoals Neude en het Janskerkhof. Dus ook al is iets een klein oppervlak, het heeft absoluut waarde.”